dosi
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- do·si
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Surinaams-Nederlands [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dosi | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
dosi
- (voeding) baksel van zacht cassavebrood
Gangbaarheid
- Het woord dosi staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.