dorsvlegel
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: dorsvlegel (hulp, bestand)
Woordafbreking
- dors·vle·gel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van dors ww en vlegel zn , bekend sinds 1712 (zie citaat hieronder).
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dorsvlegel | dorsvlegels |
verkleinwoord | dorsvlegeltje | dorsvlegeltjes |
Zelfstandig naamwoord
dorsvlegel m
- (gereedschap) een houten landbouwwerktuig om graan te dorsen
- De boerenarbeider pakte de dorsvlegel en sloeg erop los.
- ▸ Of kan men Christus, in een kribbe leggende, uitbeelden, met Maria en Joseph, alwaar de drie Koningen by komen, en dat in een stal daar overvloed van vouragie voor de beesten is, mitsgaders aan de muur een wan en dorsvlegel hangende, en meer andere gereedschappen tot den akkerbouw behoorende; daar by geene boeren of boereknegts; wat meer is, geen koffer noch kist, zaag of winkelhaak? -- 1712[1]
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord dorsvlegel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "dorsvlegel" herkend door:
82 % | van de Nederlanders; |
75 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron Gérard de Lairesse “Groot schilderboek”, dbnl (1712), Hendrick Desbordes; Amsterdam 1712, p. 70
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be