dorsen
Uiterlijk
- dor·sen
- erfwoord Ontwikkeld uit Middelnederlands dersgen, uit Oudgermaans *þreskan, vergelijk Oudhoogduits dreskan, threskan, modern Duits dreschen "dorsen", Oudengels ðerscan, þerscan, modern Engels thresh "dorsen", thrash "slaan; verslaan", Gotisch þriskan "dorsen" [1]
- In de betekenis van ‘zaad uit de aren slaan’ voor het eerst aangetroffen in 1285 [2]
| stamtijd | ||
|---|---|---|
| onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
| dorsen |
dorste |
gedorst |
| zwak -t | volledig | |
dorsen
- overgankelijk (landbouw) (graan) door op de geoogste aren te slaan het graan vrijmaken
- Het graan werd vroeger met vlegels gedorst.
de dorsen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord dors
- Het woord dorsen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "dorsen" herkend door:
| 95 % | van de Nederlanders; |
| 92 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ dorsen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "dorsen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Erfwoord in het Nederlands
- WikiWoordenboek:Pagina's die ISBN magische koppelingen gebruiken
- Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Landbouw in het Nederlands
- Graan in het Nederlands
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 95 %
- Prevalentie Vlaanderen 92 %