doorzeefde

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • door·zeef·de

Bijvoeglijk naamwoord

doorzeefde

  1. verbogen vorm van de stellende trap van doorzeefd

Werkwoord

vervoeging van
doorzeven

doorzeefde

  1. enkelvoud verleden tijd van doorzeven
    • Ik doorzeefde. 
    • Jij doorzeefde. 
    • Hij, zij, het doorzeefde. 
  2. verbogen vorm van doorzeefd, voltooid deelwoord van doorzeven
Verwante begrippen

Werkwoord

vervoeging van
doorzeven

doorzeefde

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van doorzeven
    • ... dat ik doorzeefde. 
    • ... dat jij doorzeefde. 
    • ... dat hij, zij, het doorzeefde. 

Gangbaarheid