doorvloeien

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak

(klemtoonhomogram)

Woordafbreking
  • door·vloei·en
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
doorvloeien
doorvloeide
doorvloeid
zwak -d volledig

Werkwoord

doorvlóéien

  1. overgankelijk vloeiend doorkruisen
    • Het Tweestromenland wordt doorvloeid door Eufraat en Tigris. 
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
doorvloeien
vloeide door
doorgevloeid
zwak -d volledig

Werkwoord

dóórvloeien

  1. ergatief voortgaan met vloeien
    • Hoeveel water de reddingswerkers er ook op spoten, de lava vloeide onstuitbaar door. 

Gangbaarheid