doorrotten

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  doorrotten    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈdorɔtə(n) / (3 lettergrepen)

Woordafbreking

• door·rot·ten

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  door bw  en  rotten ww 

Werkwoord

doorrotten

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
doorrotten	rotte door	doorgerot
zwak -t	volledig

1. door een rottingsproces vergaan

   ▸ "Zowel de schipper, zijn onderhoudspersoneel als keuringsinstanties hebben niet gezien dat de mast in vier jaar tijd inwaterde en van binnenuit doorrotte", staat in het rapport.

2. (figuurlijk) steeds slechter worden

   ▸ „Op het moment dat je zoiets doet, brand je zoveel vertrouwen op dat je prompt daarna zorgt dat niet nóg een instelling failliet gaat. De ellende zat heel diep. AIG zat op een portefeuille aan kredietderivaten die totaal failliet was. Vroeg of laat zou het bij AIG naar boven komen. Dat kon niet eeuwig doorrotten.”

   ▸ Het was een benauwende sfeer, waarin er geheimen waren, er niet werd gepraat en onverwerkt leed kon doorrotten.

Synoniemen

• [1] vergaan, wegrotten

Verwante begrippen

• [1] doorroesten

Gangbaarheid

• Het woord doorrotten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.