doorluchtigheid

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • door·luch·tig·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord doorluchtigheid doorluchtigheden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

doorluchtigheid v [1]

  1. iets wat doorschijnend is
  2. een adellijke aanspreekvorm voor een hooggeplaatst persoon
     Dat zou wat moois zijn, je in slagorde opstellen in het gezicht van de vijand, bijzonder fraai De vijand is nog ver weg, uwe doorluchtigheid.[2]
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen