doorhadden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: doorhadden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- door·had·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
doorhebben |
doorhadden
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van doorhebben
- ...dat wij doorhadden.
- ...dat jullie doorhadden.
- ...dat zij doorhadden.
- ...dat wij doorhadden.
- ▸ Want als de PET een beetje overwicht had op de verlengde arm van de PFLP in Denemarken, dan was het omdat ze in de bende niet doorhadden hoe goed bekend ze waren en hoe dicht de PET hen op het spoor was.[1]
Verwijzingen
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“De tweede doodzonde” (2020), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044645149