doorgefourneerd

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • door·ge·four·neerd
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen doorgefourneerd
verbogen doorgefourneerde
partitief doorgefourneerds

Bijvoeglijk naamwoord

doorgefourneerd

  1. uitgeslapen
     Wekenlang heb je in de zon gezeten, verse vijgen gegeten, lekkere wijn gedronken, rondgesprongen in frisse, zoute golven, en tegen het eind van de vakantie ben je als een biologische koe die, zoals dat heet, 'een goed leven heeft gehad', doorgefourneerd en vetgemest en opgeladen.[1]

Gangbaarheid

32 % van de Nederlanders;
28 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron “Nieuw mens” (17 augustus 2011), de Volkskrant
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be