doorbrengen
Uiterlijk
- Geluid: doorbrengen (hulp, bestand)
- door·bren·gen
- samenstelling van door bw en brengen ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
doorbrengen |
bracht door |
doorgebracht |
zwak -cht | volledig |
doorbrengen
- overgankelijk een zekere tijd ergens verblijven
- We hebben de vakantie in Zuid-Afrika doorgebracht.
- Het hotel waar zij hun vakantie doorbrachten is failliet gegaan.
- ▸ Maar de hitte en de zon wekten ons toch vroeger dan we wilden en de rest van de dag brachten we door met hangen en lezen.[1]
- een zekere tijd ergens mee bezig zijn
- Hij bracht zijn tijd door met puzzelen.
1. een zekere tijd ergens verblijven
- Het woord doorbrengen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "doorbrengen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 11
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-cht) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Scheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %