donorhuid

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  donorhuid    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• do·nor·huid

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  donor zn  en  huid zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	donorhuid	donorhuiden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de donorhuid v / m

1. huid van een overleden persoon die zijn huid ter beschikking heeft gesteld voor medische doeleinden

   ▸ Bij de buikwandtransplantatie kreeg de patiënte een stuk donorhuid van ongeveer 20 bij 15 centimeter, inclusief een navel en met al het onderliggende spier- en zenuwweefsel. Plastische chirurgen hebben met microchirurgie de bloedvaten op elkaar aangesloten.

   ▸ De kunsthuid wordt gemaakt van menselijke donorhuid waarmee de oorspronkelijke huid van de patiënt het dichtst wordt benaderd. Ook de elasticiteit ervan overtreft die van andere kunsthuid. Dat is van groot belang voor het opnieuw te kunnen gebruiken van bijvoorbeeld verbrande ledematen.

• Het woord donorhuid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.