donderde op

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • don·der·de op
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
opdonderen

donderde op

  1. enkelvoud verleden tijd van opdonderen
    • Ik donderde op. 
    • Jij donderde op. 
    • Hij, zij, het donderde op. 


Gangbaarheid