donateur

Uit WikiWoordenboek
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: donor

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • do·na·teur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord donateur donateurs
verkleinwoord donateurtje donateurtjes

Zelfstandig naamwoord

de donateurm

  1. iemand die een (financiële) bijdrage levert
    • Ondanks de enorme bezoekersaantallen kon het museum toch niet zonder de donaties van de gulle donateurs 
     Binnen een uur had ik de Gofundme-website opgezet en vroeg ik mijn vrienden thuis via Facebook om wat geld te doneren. 1 dollar voor elke kilometer die ik liep leek me een mooi streven, in de hoop zo 4.286 dollar op te halen. Ook beloofde ik voor elke donateur een persoonlijk schilderij te maken.[3]
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen


Frans

Uitspraak
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  donateur     le donateur     donateurs     les donateurs  

Zelfstandig naamwoord

donateur m

  1. donateur