domesticatie

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • do·mes·ti·ca·tie
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit Frans domestication.[1][2]
enkelvoud meervoud
naamwoord domesticatie -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de domesticatiev

  1. (biologie) de door herhaalde teeltkeuze adaptatie van wilde dieren en planten tot leven in intieme omgang met en ten voordele van de mens
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

87 % van de Nederlanders;
86 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen