doelpuntloos
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- doel·punt·loos
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | doelpuntloos | doelpuntlozer | doelpuntloost |
verbogen | doelpuntloze | doelpuntlozere | doelpuntlooste |
partitief | doelpuntloos | doelpuntlozers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
doelpuntloos
- zonder een doelpunt
- Al die doelpuntloze voetbalwedstrijden verveelden de toeschouwers enorm.
Gangbaarheid
- Het woord doelpuntloos staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.