doellat

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • doel·lat
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord doellat doellatten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de doellatv / m

  1. (sport) de balk aan de bovenkant van een (voetbal)doel
    • Zie ze eens fanatiek tekeer gaan op de schitterende grasmat naast het luxueuze Cornelia Diamond Hotel waar Ajax deze week overwintert. John Heitinga bemoeit zich nadrukkelijk met talent Kasper Dolberg, Lasse Schöne pijnigt zijn buikspieren en Ricardo van Rhijn trekt zich tientallen keren op aan een doellat. [1] 
    • In een filmpje hangt Elbersen aan een doellat. Dat heeft een reden, vertelt hij. „Mensen die mee willen doen, moeten zelf van dit soort filmpjes maken. Zeven weken lang, al hoop ik natuurlijk dat ik er met dit filmpje al ben.” [2] 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

83 % van de Nederlanders;
82 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. Tubantia Daniël Dwarswaard 06-01-16 Schöne: 'Natuurlijk vreet die bijrol aan me'
  2. Tubantia Engelbert Heideman 20-02-18 Thomas uit Oldenzaal ziet Robinson-winnaar Carlos als grote voorbeeld
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be