doeg
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- doeg
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘tussenwerpsel: groet’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1974 [1]
Tussenwerpsel
doeg
- (informeel) een begroeting of afscheidsgroet
- Nou, doeg!, ik zie jullie morgen wel.
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord doeg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "doeg" herkend door:
73 % | van de Nederlanders; |
28 % | van de Vlamingen.[2] |