docimoloog
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: docimoloog (hulp, bestand)
Woordafbreking
- do·ci·mo·loog
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | docimoloog | docimologen |
verkleinwoord | docimoloogje | docimoloogjes |
Zelfstandig naamwoord
de docimoloog m
- (beroep) expert in kwaliteitsbewaking van didactische testen, ook wel methodoloog genoemd
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'docimoloog' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.