dochten
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- doch·ten
Werkwoord
vervoeging van |
---|
dunken |
dochten
- meervoud verleden tijd van dunken
- Wij dochten.
- Jullie dochten.
- Zij dochten.
- Wij dochten.