dnešní
Uiterlijk
- IPA: /dnɛʃɲiː/
- dne·š·ní
dnešní
- van vandaag; met betrekking tot de huidige dag
- «Jdu si koupit dnešní noviny.»
- Ik ga de krant van vandaag kopen.
- «Jdu si koupit dnešní noviny.»
- huidig; met betrekking tot een periode rond de dag van vandaag
- «Pochopit dnešní svět není vždy jednoduché.»
- De wereld van vandaag begrijpen is niet altijd eenvoudig.
- «Pochopit dnešní svět není vždy jednoduché.»