djeroek

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

djeroek
Uitspraak
Woordafbreking
  • dje·roek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord djeroek djeroeks
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de djeroekm

  1. (plantkunde) boom of plant uit het geslacht Citrus op Wikispecies zoals die in Indonesië groeien, bijvoorbeeld Citrus × aurantiifolia op Wikispecies en Citrus hystrix op Wikispecies
    • Er stonden namelijk grote bomen als tandjoeng, djohar en boengoer en verder nog kleine bomen en heesters, zoals djeroek, delima, sokka, patjar koekoe, pisang en blimbing. [3]
  2. (voeding) vrucht van een citrusboom of citrusplant zoals die in Indonesië groeien
    • Ik weet nog de smaak van papaja, djeroek,
      Maar zuurzak is wat ik al jarenlang zoek;
      Toch heb ik die vroeger gegeten.
       [4]
Hyperoniemen
Hyponiemen

Gangbaarheid

15 % van de Nederlanders;
8 % van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen