djak
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- djak
Werkwoord
vervoeging van |
---|
djakken |
djak
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van djakken
- Ik djak.
- gebiedende wijs van djakken
- Djak!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van djakken
- Djak je?
Gangbaarheid
- Het woord djak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.