ditt

Uit WikiWoordenboek

Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • ditt
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudnoorse voornaamwoord  þitt vn 
Naar frequentie 131
  enkelvoud meervoud
mannelijk vrouwelijk onzijdig
voornaamwoord   din     di     ditt     dine  

Bezittelijk voornaamwoord

ditt, o (2. persoon, onzijdige vorm, enkelvoud)

  1. uw, jouw (informeel), je (informeel)
    «Jeg kan hjelpe deg med det meste til ditt arrangement.»
    Ik kan u helpen met de meeste taken van uw evenement.
Uitdrukkingen en gezegden
  • ditt og datt
    dit en dat


Nynorsk

Uitspraak
Woordafbreking
  • ditt
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudnoorse voornaamwoord  þitt vn 
  enkelvoud meervoud
mannelijk vrouwelijk onzijdig
voornaamwoord   din     di     ditt     dine  

Bezittelijk voornaamwoord

ditt, o (2. persoon, onzijdige vorm, enkelvoud)

  1. uw, jouw (informeel), je (informeel)
Uitdrukkingen en gezegden
  • ditt eller datt
    dit of dat
  • ditt og datt
    dit en dat