dissociatie

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dis·so·ci·a·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dissociatie dissociaties
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de dissociatiev

  1. (medisch) uiteenval, ontbinding
  2. (psychologie) een periode waarin iemand vervreemd is van de realiteit
  3. (scheikunde) het uiteenvallen van een molecule of moleculair ion in kleinere delen
    • Fosforzuur kan drie achtereenvolgende dissociaties ondergaan. 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

89 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be