disfunctioneerde

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dis·func·ti·o·neer·de

Werkwoord

vervoeging van
disfunctioneren

disfunctioneerde

  1. enkelvoud verleden tijd van disfunctioneren
    • Ik disfunctioneerde. 
    • Jij disfunctioneerde. 
    • Hij, zij, het disfunctioneerde.