discrepantie

Uit WikiWoordenboek
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dis·cre·pan·tie
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘tegenstrijdigheid’ voor het eerst aangetroffen in 1650 [1]
  • afgeleid van het Latijnse discrepare (met het voorvoegsel dis-) met het achtervoegsel -antie
enkelvoud meervoud
naamwoord discrepantie discrepanties
verkleinwoord discrepantietje discrepantietjes

Zelfstandig naamwoord

discrepantie v

  1. een onderlinge afwijking
    • De discrepantie tussen de gewenste en de behaalde resultaten was erg groot. 
  2. een gebrek aan overeenstemming
    • Wij hebben een discrepantie in onze communicatie. 
Synoniemen
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

92 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen