dirk

Uit WikiWoordenboek
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: Dirk
De dirk (of kraanlijn) draagt hier de giek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dirk
enkelvoud meervoud
naamwoord dirk dirken
verkleinwoord dirkje dirkjes
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

dirk m / v

  1. (scheepvaart) lijn die vanuit de masttop de giek draagt bij weggenomen zeil
    • Tijdens het zeilen dient het zeil de giek te dragen, de dirk moet dan slap hangen. 
Synoniemen
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Meer informatie

Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dirk dirken
verkleinwoord dirkje dirkjes

Zelfstandig naamwoord

dirk m

  1. hoogste leidinggevende, directeur
    • De dirk kwam zelf kijken hoe het schoonmaken ging. 

Gangbaarheid

74 % van de Nederlanders;
70 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be