directheid

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • di·rect·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord directheid directheden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de directheidv

  1. het zonder overbodige omhaal iets communiceren
     Het past precies bij de strategie van de AfD. Eerder tweette AfD-leden na aanslagen als dingen als "Danke, Frau Merkel" en "Es sind Merkels Tote". De partij is van plan een online campagne op poten te zetten die qua directheid en agressiviteit zijn weerga niet kent in de Duitse politiek.[2]
     Rutte roemt de bestuursstijl van Van der Laan. "Hij was een bestuurder die mensen opzocht en echt contact maakte door zijn directheid en openheid. Je wist altijd wat je aan hem had en dat maakte hem geliefd bij iedereen.[3]
     Het is de Hollandse directheid waarmee Luis Suárez eerder al te maken kreeg, zij het in zijn geval achter gesloten deuren.[4]
  2. het rechtstreeks op zijn doel afgaan
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 10 december 2021 Weblink bron
    Judith vd Hulsbeek
    “AfD in zee met campagne-adviseur Trump: bloedige bandensporen van Merkel” (31-08-2017), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 10 december 2021 Weblink bron “Vlaggen halfstok, Rutte en koning loven Van der Laan” (06-10-2017), NOS
  4. Bronlink geraadpleegd op 10 december 2021 Weblink bron “Koeman danst vaardig op de vulkaan: 'Messi doet alles wat ik van 'm verwacht'” (11-10-2020), NOS