dinosauriërs

Nederlands

Vertegenwoordigers van belangrijke dinosauriërgroepen

Uitspraak

• Geluid:  dinosauriërs    (hulp, bestand)

• (IPA in voorbereiding)

Woordafbreking

• di·no·sau·ri·ers

Woordherkomst en -opbouw

•  dinosauriër zn  met de uitgang -s

	enkelvoud	meervoud
naamwoord		dinosauriërs
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de dinosauriërs mv

1. meervoud van het zelfstandig naamwoord dinosauriër
2. meervoudsvorm als officiële benaming (reptielen) een diverse groep Dinosauria  van reptielen, behorend tot de Archosauria , die stamt uit het mesozoïcum. Tegenwoordig is bekend dat de vogels dinosauriërs zijn

Synoniemen

• dinosaurussen

Hyperoniemen

• [2] diapsiden, reptielen, viervoeters, gewervelden, chordadieren, dieren

Hyponiemen (in taxonomische zin)

• [2] tyrannosaurus
• [2] brontosaurus, diplodocus, iguanodon, stegosaurus, triceratops, velociraptor

Gangbaarheid

• Het woord dinosauriërs staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.