ding mede

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ding me·de
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
mededingen

ding mede

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van mededingen
    • Ik ding mede. 
  2. gebiedende wijs van mededingen
    • Ding mede! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van mededingen
    • Ding je mede? 


Gangbaarheid