dilettantisme

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • di·let·tan·tis·me
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dilettantisme -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het dilettantismeo

  1. (pejoratief) oppervlakkige beoefening
     `Onze gasten kunnen gerust slapen in de wetenschap dat hun vertrekken duchtig worden bewaakt; zei Montebello. `Om zich toegang te verschaffen tot de bovenverdiepingen dient men te passeren tussen de hybride verschijningsvorm van de angst en het verraderlijk spinnende poesje dat voor raadselen stelt, die respectievelijk staan voor het weinig realistische zelfbeeld van de man en het wezen van de vrouw, als u het mij toestaat u te amuseren met mijn dilettantisme op het gebied van de symboliek.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. “Grand Hotel Europa” (2018), De Arbeiderspers op Wikipedia, ISBN 978-90-295-2622-7, p. 16