dikst
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: dikst (hulp, bestand)
- IPA: / dɪkst / (1 lettergreep)
- (Noord-Nederland): /dɪkst/
- (Vlaanderen, Brabant): /dɪkst/
- (Limburg): /dɪks/
Woordafbreking
- dikst
Bijvoeglijk naamwoord
dikst
- onverbogen vorm van de overtreffende trap van dik