dijkwachter
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: dijkwachter (hulp, bestand)
- IPA: / ˈdɛikwɑxtər / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- dijk·wach·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dijkwachter | dijkwachters |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
dijkwachter o
- (waterbeheer) persoon die zich, vaak als vrijwilliger, in tijd van gevaar op de dijk bevindt om gevaarlijke situaties te rapporteren
- De dijkwachter meldde dat er door de golven een gat in de steenbekleding van de dijk was geslagen.
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'dijkwachter' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 11
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Waterbeheer in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal