dijkrecht
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- dijk·recht
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van dijk zn en recht zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dijkrecht | dijkrechten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (waterbeheer) waterstaatsorganisatie in Groningen tot 1848 voorloper van het waterschap
- Daarna kan uit het resultaat dier afzonderlijke onderzoekingen één geheel worden saamgevat en zal het mogelijk worden door onderlinge vergelijking van hetgeen hier en daar zich heeft voorgedaan, in groote trekken een duidelijk beeld van het geheel te schetsen, zooals ieder dat aanschouwelijk voor oogen behoort te hebben, wanneer hij over twijfelachtige punten van dijkrecht te oordeelen heeft, of geroepen wordt om oude bescheiden den waterstaat rakende uit te leggen en te verklaren. [2]
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "dijkrecht" herkend door:
81 % | van de Nederlanders; |
69 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ (1880)– [tijdschrift] Gids, De Mr. C.C. Geertsema, advokaat te Groningen, De Zijlvestenijen in de Groninger Ommelanden, 1879. Groningen bij J.B. Wolters. 88 blz. 8o.
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be