differentiaal
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- dif·fe·ren·ti·aal
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van differentie met het achtervoegsel -aal [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | differentiaal | differentialen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- de limiet van een kleine aangroeiing (differentie) van een veranderlijke grootheid
- tandwielconstructie met één aandrijfas en twee uitgangsassen gewoonlijk differentieel genoemd
Antoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
Gangbaarheid
- Het woord differentiaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.