dierenasiel

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

dierenasiel voor katten
Uitspraak
Woordafbreking
  • die·ren·asiel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dierenasiel dierenasielen
dierenasiels
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het dierenasielo

  1. (tijdelijk) onderkomen voor huisdieren die door omstandigheden geen vast onderkomen hebben
    • Als locatie zochten de initiatiefnemers een groot, sfeervol, vrijstaand pand in de bewoonde wereld, waar ook gebrouwen kon worden. Het werd gevonden op het terrein van de voormalige Oostergasfabriek, aan de Polderweg. Een 19de-eeuws fabrieksgebouwtje, dat nog lange tijd dienst had gedaan als ‘Dierenasyl’, werd van krakers en slopers gered en onderging een ingrijpende renovatie. In een aanpalende serre zijn de brouwketels ondergebracht, rechtstreeks gekoppeld aan zeven roestvrijstalen 1000-litervaten boven de tap met achttien kranen.[2] 
    • Het campagnebezoek van Geert Wilders donderdag aan een dierenasiel is afgelast. De voorzitter van het asiel is geschrokken van „veel negatieve aandacht”. Een antifascistische actiegroep zou bij het asiel in de Zaanstreek willen protesteren. Gevreesd werd voor „de veiligheid van mensen en dieren”. Het nieuws is vooral triest voor Kamerlid Dion Graus, de dierenvriend van de PVV. Hij hoopte met Wilders een nieuw poesje uit te zoeken, zei hij tegen WNL. „Zijn Lola is anderhalf jaar geleden overleden en daar heeft hij nog steeds heel veel verdriet van.”[3]  
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Hans Wammes 25 maart 2017
  3. NRC Emilie van Outeren 8 maart 2017