dieptriestheid

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • diep·triest·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dieptriestheid dieptriestheden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de dieptriestheidv

  1. intense treurigheid
     Als er ooit een sprankje hoop was geweest om de totale lethargie te doorbreken, dan was dit door het spook van volslagen dieptriestheid direct tot een illusie verklaard.[1]

Gangbaarheid


Verwijzingen