dieptreurig
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: dieptreurig (hulp, bestand)
Woordafbreking
- diep·treu·rig
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van diep bw en treurig bn
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | dieptreurig | ||
verbogen | dieptreurige | ||
partitief | dieptreurigs | s | - |
Bijvoeglijk naamwoord
dieptreurig [1]
- heel erg verdrietig
- ▸ Heb jij dat ook wel eens, vroeg Natasja aan haar broer, toen ze in de zitkamer zaten, heb jij ook wel eens dat je denkt dat er niets meer te gebeuren staat, helemaal niets; dat alles wat goed is al voorbij is? En dat je je niet zozeer verveelt, maar meer dieptreurig bent?[2]
- ▸ Het enige doelpunt in de wedstrijd kwam namelijk van het hoofd van Smeets. Opeens was hij de gebeten hond: "Voor de wedstrijd kon ik niet kapot en ben ik een jongen van de club. Maar ik doe gewoon mijn werk en kop een bal erin. En na de wedstrijd kan ik wel kapot vallen. Dat vind ik dieptreurig en triest. Dat had ik niet verwacht. Moet ik die bal dan niet binnenknikken? Ik vind het gewoon schandalig en dat mag iedereen weten".[3]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord dieptreurig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Oorlog en Vrede” (1869), van Oorschot, ISBN 978902825115 1
- ↑ Weblink bron “Bryan Smeets: van hero naar zero” (13-05-2016), NOS