diepging

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • diep·ging

Werkwoord

vervoeging van
diepgaan

diepging

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van diepgaan
    • ... dat ik diepging. 
    • ... dat jij diepging. 
    • ... dat hij, zij, het diepging.