dienstweigering

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dienst·wei·ge·ring
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dienstweigering dienstweigeringen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de dienstweigeringv

  1. (militair) het geheel of gedeeltelijk (alleen bezwaar tegen wapens) weigeren om aan de militaire dienstplicht te voldoen
     In 1881 begint hij aan De biecht, een afrekening met zijn leven van voor zijn bekering, en in 1884 verschijnt Wat is mijn geloof?. Beide geschriften komen niet door de nog bestaande «geestelijke censuur», maar circuleren desondanks in de hoogste kringen. Hij schrijft talloze verhandelingen zoals Het rijk Gods is in u, een pleidooi voor geweldloosheid en dienstweigering.[2]
  2. het weigeren van het verrichten van bepaalde arbeid
     Mircea Lucescu, de Roemeense coach van Sjachtar, vermoedt dat spelersmakelaar Kia Joorabchian achter de dienstweigering van zijn[3]
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Oorlog en Vrede” (1869), van Oorschot, ISBN 978902825115 1
  3. Bronlink geraadpleegd op 19 januari 2022 Weblink bron “"Houd van Sjachtar, maar ben bang"” (22-07-2014,), NOS