dienstpet

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dienst·pet
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dienstpet dienstpetten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dienstpet v/m [1]

  1. (hoofddeksel) een hoofddeksel dat deel uitmaakt van een uniform
    • Wat een blamage. In deze mensen wordt zoveel geïnvesteerd, en dan gedragen ze zich zó!”, brieste een van de leidinggevenden van de opleiding, Pjotr Timofejev, verontwaardigd. Dat de jongens dienstpetten droegen en het filmpje opnamen binnen het opleidingsgebouw, noemde hij „onvergeeflijk”, aldus de Russische nieuwssite Meduza. De rector van de school vergeleek de actie met die van Pussy Riot, de meidenpunkgroep die in 2012 een anti-Poetin-lied zong in een Moskouse kathedraal en daarvoor zware straffen kreeg. [2] 

Gangbaarheid

94 % van de Nederlanders;
90 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen