dichtmetselen

Uit WikiWoordenboek


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dicht·met·se·len
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

dichtmetselen [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
dichtmetselen
metselde dicht
dichtgemetseld
zwak -d volledig
  1. (bouwkunde) een opening sluiten met stenen en cement; een opening sluiten met metselwerk
     De paniek begint in de Thaise hoofdstad langzaam toe te nemen, merkt Maas. "Er zijn mensen die hun huizen dichtmetselen, andere mensen rennen voortdurend naar de winkel om drinkwater en voedsel in te slaan."[2]
     De foto's waren er al, maar nu is er ook een filmpje van het dichtmetselen van een deur van een Duitse stadstrein. In het filmpje is te zien hoe de vandalen te werk zijn gegaan. De beelden zijn online gezet door het activistische kunstenaarscollectief Nofugazi.[3]
  1. (figuurlijk) iets robuust afsluiten; op een robuuste wijze iets voorkomen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 24 augustus 2023 Weblink bron “Overstromingen Thailand bereiken Bangkok” (Vrijdag 21 oktober 2011, 11:12), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 24 augustus 2023 Weblink bron “Filmpje opgedoken van dichtmetselen trein” (Woensdag 15 juli 2015, 14:00), NOS