diamantbedrijf

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • di·a·mant·be·drijf
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord diamantbedrijf diamantbedrijven
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het diamantbedrijfo

  1. bedrijf dat diamanten bewerkt en verhandelt
     De bank heeft, zo bevestigt Arjav, de kredietovereenkomst opgezegd en beslag gelegd op de goederen van het diamantbedrijf.[1]
     In mei troffen het diamantbedrijf en de Belgische autoriteiten een schikking van 160 miljoen euro. De belastingdienst kreeg 150 miljoen voor de misgelopen inkomsten; met de overige 10 miljoen werd vervolging afgekocht.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 17 november 2022 Weblink bron “Diamantair eist 176 mln van ABN” (Dinsdag 18 december 2012, 13:19), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 17 november 2022 Weblink bron “Miljardenclaim na diamantzwendel” (Donderdag 5 september 2013, 13:17), NOS