diëlektrisch
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- di·e·lek·trisch
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van diëlektricum met het achtervoegsel -isch
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | diëlektrisch | diëlektrischer | |
verbogen | diëlektrische | diëlektrischere | |
partitief | diëlektrisch | diëlektrischers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
diëlektrisch
- betrekking hebbend op het diëlektricum, de polariserende eigenschappen van een materiaal bij aanwezigheid van een elektrisch veld
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord diëlektrisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.