deuce
Uiterlijk
- deuce
- van Engels deuce, in de betekenis van ‘bij tennis: gelijke stand’ voor het eerst aangetroffen in 1951 [1] [2] [3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | deuce | deuces |
verkleinwoord |
het deuce o
- (sport) de stand 40 - 40 in een tennisgame
- Bertens gaat al op het bankje zitten, die game is binnen wil ze zo duidelijk maken: servicebreak op een belangrijk moment, op naar de finale? De umpire komt van zijn stoel, inspecteert de afdruk op het gravel. Hij maakt het ‘vlakke’ handgebaar: in. Psychologische dreun voor Nederland, terug naar deuce. Het chauvinistische thuispubliek in Trélazé bij Angers gaat er nog eens achter staan. Even later sleept Frankrijk de game binnen, vervolgens de set en uiteindelijk de beslissende vijfde wedstrijd (4-6, 6-3 en 6-3). En zo wordt Nederland onttakeld in de halve finale van de Fed Cup - het landentoernooi in het vrouwentennis. „Als die bal al in was, was het een millimeter”, zegt de Nederlandse teamcaptain Paul Haarhuis voor de camera van Ziggo Sport. „Het is een heel zuur verlies, we waren heel dichtbij.”[4]
- Gisteren speelde John van Lottum de finale van de NK Masters. De scheidsrechter wou er een Nederlands tintje aan geven. Als Van Lottum een game gewonnen had, dan had hij het over spel Van Lottum. Als het deuce stond, dan heette dat gelijk. Kromme tenen. Ik heb de wedstrijd uitgezeten omdat ik wilde meemaken hoe hij set ging vernederlandsen. Maar steeds als het zover was, deed de commentator zijn mond open en ving je niets meer op van de baan. [5]
- Het woord deuce staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "deuce" herkend door:
65 % | van de Nederlanders; |
63 % | van de Vlamingen.[6] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ deuce op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "deuce" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ NRC Steven Verseput 18 april 2016
- ↑ NRC Hans Aarsman 15 december 1997
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- via dewce van Oudfrans deus "twee" (Frans: deux)
- [1]: omdat men bij deze stand nog tweemaal achter elkaar een punt moet maken om te winnen
enkelvoud | meervoud |
---|---|
deuce | deuces |
deuce
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 5
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 1 lettergreep in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- WikiWoordenboek:Pagina's die ISBN magische koppelingen gebruiken
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Sport in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 65 %
- Prevalentie Vlaanderen 63 %
- Woorden in het Engels
- Woorden in het Engels van lengte 5
- Woorden in het Engels met audioweergave
- Woorden in het Engels met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Engels
- Tennis in het Engels
- Spel in het Engels