deterministisch
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- de·ter·mi·nis·tisch
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van determinist met het achtervoegsel -isch
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | deterministisch | deterministischer | |
verbogen | deterministische | deterministischere | |
partitief | deterministisch | deterministischers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
deterministisch
- betrekking hebbend op het determinisme
Hyponiemen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord deterministisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "deterministisch" herkend door:
83 % | van de Nederlanders; |
87 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be