determineert
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- de·ter·mi·neert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
determineren |
determineert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van determineren
- Jij determineert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van determineren
- Hij determineert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van determineren
- Determineert!