detente

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • de·ten·te
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘politieke ontspanning’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1979 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord detente detentes
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de detentev

  1. (politiek) een periode van verminderde spanning in een conflict tussen twee of meer staten

Gangbaarheid

59 % van de Nederlanders;
71 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen