destaliniseer

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • de·sta·li·ni·seer

Werkwoord

vervoeging van
destaliniseren

destaliniseer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van destaliniseren
    • Ik destaliniseer. 
  2. gebiedende wijs van destaliniseren
    • Destaliniseer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van destaliniseren
    • Destaliniseer je?