desorganiseerde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- des·or·ga·ni·seer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
desorganiseren |
desorganiseerde
- enkelvoud verleden tijd van desorganiseren
- Ik desorganiseerde.
- Jij desorganiseerde.
- Hij, zij, het desorganiseerde.
- Ik desorganiseerde.